Betaalbare, duurzame warmte in Delft nabij

Warmtenet

Delft zet een grote stap naar betaalbare en duurzame lokale warmte voor Delftse inwoners met de aanleg van het warmtenet in de wijken Voorhof en Buitenhof.

De afnemers van warmte uit het nieuw aan te leggen warmtenet (de woningcorporaties Woonbron, Vidomes, Stedelink en DUWO) en de aanbieders van die warmte (warmtenetbeheerder NetVerder, warmteleverancier InWarmte en de warmtebron Geothermie Delft B.V.) hebben onlangs hun handtekeningen gezet onder verschillende overeenkomsten. De gemeente Delft was als initiatiefnemer steeds nauw betrokken bij dit proces.

De betrokken partijen maakten afspraken over de aanleg en het gebruik van het warmtenet. Een belangrijke afspraak gaat over het leveren van betaalbare en duurzame warmte aan huurders van 6.000 huurwoningen van Delftse corporaties in Voorhof, Buitenhof en op de TU Delft Campus.

De overeenkomsten zijn tot stand gekomen na een periode van intensieve samenwerking. In die samenwerking is steeds goed gekeken naar elkaars belangen en die van de huurder: huurders hebben betaalbare warmte nodig, de bedrijven die investeren willen hun investeringen op termijn terug kunnen verdienen. De samenwerking is gebaseerd op transparantie. Die transparantie heeft gezorgd voor onderling vertrouwen. Subsidies bleken echter ook essentieel om de aanleg mede mogelijk te maken. De genoemde partijen hebben afgesproken hun succesvolle samenwerking voort te zetten tijdens de realisatie- en exploitatiefase van het warmtenet.

Het kabinet heeft in het Klimaatakkoord bepaald dat er vanaf 2050 geen aardgas meer wordt gebruikt in Nederland. Iedereen moet zich daarop voorbereiden. Daarom is in Delft in de afgelopen jaren gewerkt aan een duurzaam alternatief om woningen te kunnen blijven verwarmen: een warmtenet met gebruik van aardwarmte. Met het ondertekenen van de overeenkomsten is Delft weer een stap verder op weg naar een klimaatneutraal Delft in 2050.

Betaalbaarheid voor huurders staat voorop

Het is de betrokken partijen gelukt om goede, heldere afspraken te maken over de prijs van de warmte op het moment van aansluiten en de ontwikkeling van de prijs van de warmte in de loop van de tijd. Dit zijn en waren harde voorwaarden voor de corporaties om deel te nemen aan de ontwikkeling van het warmtenet Delft: de betaalbaarheid van warmte voor de huurder is steeds leidend geweest in de gemaakte afspraken.

De prijs van de warmte is op het moment van aansluiten vergelijkbaar met warmte gemaakt met aardgas. Daarna beweegt de prijs mee met de werkelijke kostenontwikkeling voor de productie en distributie van de warmte (kost-plus). De kostenontwikkeling is gebaseerd op openbare (CBS, cijfers energiemarkten) en verifieerbare indexatiefactoren. De prijs van warmte ontwikkelt zich daardoor stabieler dan in de situatie gebaseerd op de gasprijs. Met de afspraken zorgen we ervoor dat de warmte ook in de toekomst betaalbaar is. De afspraken zijn al met al wezenlijk anders dan in bestaande warmtenetten.

Het feit dat woningcorporaties hun handtekening hebben gezet in een periode waarin veel kritiek is geuit op bestaande warmtenetten geeft aan dat zij vertrouwen hebben in de betaalbaarheid voor huurders met dit nieuwe warmtenet.

Delft legt nieuw warmtenet aan

Elk warmtenet heeft zijn eigen kenmerken. In Delft gaat het om een nieuw warmtenet dat met NetVerder in publieke handen komt. NetVerder heeft een maatschappelijk verantwoordelijkheid en is gericht op continuïteit. InWarmte levert de warmte aan de woongebouwen en maakt daarbij gebruik van het warmtenet van NetVerder. De woningcorporaties maken hun gebouwen met een collectieve installatie gereed voor een aansluiting op dit warmtenet. De huurders krijgen dan warmte via dit warmtenet.

Vervolgstappen

De volgende stap naar het realiseren van het warmtenet is het verkrijgen van de definitieve startvergunning van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)om aardwarmte te mogen gebruiken. Daarmee wordt duidelijk onder welke voorwaarden GTD de warmte uit de diepe aardlagen mag winnen en gebruiken. Vervolgens is er een onherroepelijke startvergunning van EZK nodig. In juni 2024 bepalen partijen of de aanleg van het warmtenet definitief kan doorgaan.

Toekomst

De gemeente Delft ondersteunt dit initiatief van harte en heeft er voor gezorgd dat het warmtenet toekomstgericht is: het heeft voldoende capaciteit om op termijn nog veel meer woningen in Voorhof en Buitenhof te voorzien van duurzame warmte.

Achtergrondinformatie

Duurzame warmte uit Delft

In Delft zit warmte diep in de ondergrond, ook wel aardwarmte genoemd. Deze duurzame warmte komt uit de aardwarmtebron bij de TU Delft. Hiermee kan Delft de gebouwen op de TU Delft Campus, maar ook woningen en bedrijven in de wijken Voorhof en Buitenhof duurzaam verwarmen. Hier is wel een warmtenet voor nodig. Een warmtenet is een buizensysteem onder de grond waar warm water doorheen stroomt. Vanuit de bron gaat er door de buizen warm water naar de huizen. Met dit systeem kunnen woningen in Voorhof en Buitenhof verwarmd worden. Er wordt dan veel minder aardgas gebruikt dan nu.

De duurzame warmte voor het warmtenet wordt geproduceerd door Geothermie Delft B.V. (GTD). Dit is een samenwerkingsverband bestaande uit TU Delft, Energie Beheer Nederland, Shell en Aardyn. De warmte komt grotendeels uit de door GTD aangelegde aardwarmtebron. Alleen op piekmomenten, op winterdagen, moet er extra warmte gemaakt worden van aardgas. Deze warmte wordt dan gemaakt met de bestaande Warmte Kracht Centrale van de TU Delft.

Warmtenet beste alternatief
Eerder al onderzochten de vier woningcorporaties in Delft samen met de gemeente wat de beste en meest betaalbare oplossing is om hun 6.000 huurwoningen van het gas te kunnen halen. Het onderzoek richtte zich op de woongebouwen in Voorhof en Buitenhof met een collectieve ketel. Hierbij delen de bewoners 1 ketel met elkaar. De onderzoekers hebben destijds verschillende duurzame opties met elkaar vergeleken.

De uitkomst van dit onderzoek is dat een warmtenet de beste oplossing is. Het is het meest geschikt en het best betaalbaar voor de in totaal 6.000 huurwoningen met een collectieve aansluiting. Dat komt onder andere omdat in deze wijken veel woningen met een warmtevraag op een klein oppervlak staan. En omdat bewoners in deze gebouwen een gasketel delen. Dit maakt aansluiten op een warmtenet makkelijker.  Daarnaast zijn warmtenetten belangrijk als het gaat om het verminderen van de vraag naar elektriciteit en de vermindering van de druk op het elektriciteitsnet.